Zinspelen (en ander vertier)

Ik zit niet meer op Facebook maar ik maak nog wel grapjes. Dit zijn er alvast 36.

I
Ik kwam de onderbuurvrouw tegen in de lift.
‘Is dat een nieuw hondje?’ vroeg ik.
‘Ja,’ zei ze, ‘het vorige is overleden.’
Het hondje sprong tegen me op en likte aan mijn vingers toen ik bukte om het te aaien. Ik vroeg hoe hij heette.
De naam herinner ik me niet meer, alleen dat het Spaans was voor ‘pleister op de wonde.’

II
Durf klein te denken.

III
Tijdens het douchen plots de gedachte: ‘We waren zestien en de enige aanslag die we kenden was kalkaanslag.’

IV
In het Duits is spierpijn een Muskelkater.

V
Toen de barista trots de cappuccino neerzette met een patroontje van melkschuim waar hij lang en ijverig aan had gewerkt, zei R. droogjes: ‘Rorsachtest.’

VI
Woord van de dag: Afhaalfalafel.

VII
Zwemmen GIF - Find & Share on GIPHY

VIII
Ik was ooit op een housewarming waar de verwarming was uitgevallen. We zaten met onze winterjassen in de woonkamer en aten koude blokjes kaas. Ik moest er zojuist weer aan denken omdat ik koude voeten had.

IX
Tijd heelt alle wonderen.

X
De Dag van het Levenslied trok ook dit jaar weer veel lesbiennes. Maar niet alle lesbiennes trokken de Dag van het Levenslied.

XI
Een ongestelde vrouw
met een ongestelde vraag.

XII
Elly & Record

XIII
Als iemand het heeft over een stomme ‘e’, voel ik me toch vaak aangesproken.

XIV
Legging is het nieuwe jogging (in huize Bouwer-van L).

XV
Ik heb gisteren de dag afgesloten met pizza en ben vandaag de dag begonnen met pizza. Ik heb de nacht als het ware gesandwiched tussen een paar pizzapunten.

XVI
Het is alles of iets.

XVII
Woord van de dag: Wetterkapriolen.

XVIII
Overgang is niet het tegenovergestelde van ondergang.

XIX
Woord van de dag: Lente-ui-alert!

XX
Tweeluikje (tweeleukje)


Sanseveria


Avecseveria

XXI
Jan zocht steeds naar nieuwe oren voor zijn oude verhalen.

XXII
Mooi woord: Bruikleen

XXIII
Onder zijn telefoonnummer had Cor geschreven: ‘Als ik jonger was, had ik je vriend wel willen zijn.’ Daarna reed hij bedroefd weg op zijn scootmobiel.

XXIV
In mijn hoofd plots de zin: ‘Your tongue in my mouth on platform four’.

XXV
Optimist: iemand die zijn laatste geld besteedt aan een portemonnee.

XXVI

We moeten Martha even bellen om te zeggen dat haar telefoon hier ligt.

XXVII
‘Heb jij nu je eisprong?’
‘Nee, hoezo?’
‘Je zit zo lekker in je lichaam.’
‘Ik ben jarig.’

XXVIII
Mooi woord: Schalks

XXIX
Mooi woord: Verpozen

XXX

Golden hour in je broekje.

XXXI
Terwijl ze staand bij het aanrecht de koude pasta zonder saus uit een tupperware bakje at, streepte Wilma koken van haar to-dolist.

XXXII
‘Wat wil je als ontbijt?’ vraagt mijn moeder terwijl ze een bonbon uit het doosje dat mijn vader gisteren voor zijn verjaardag heeft gekregen in haar mond stopt. ‘Taart of brood?’

XXXIII
Pietleuterig

XXXIV
Home is where the heart is.
Home is where the haard is.
(Home is where the hurt is.)

XXXV
Whatsappelsap

XXXVI
Hij was in alle staten (maar vooral in de Verenigde-).

Het werk in de headerafbeelding hangt aan de muur bij mijn tandarts. Het is een metalen kriebeltje waarvan de schaduw een zinnetje vormt: ‘L’art et son double’. Ik vind het beeldschoon. Wie me kan zeggen wie het gemaakt heeft, trakteer ik op dartele wenkbrauwtjes.