I
Een voorjaarsfestival met tweeduizend jonge bezoekers en een Britse spreker die de Heilige Geest uitnodigt. We staan in een grote, witte tent en dit is de eerste van twee diensten vandaag, elke dag die twee diensten. We genieten het meest van die van de Britse spreker, hij maakt veel grappen over zijn gewicht en wanneer hij de Heilige Geest uitnodigt lijkt die daar vaker op in te gaan dan wanneer een van de meer ingetogen Nederlandse sprekers dat doet. Zoals nu. Iedereen begint te huilen. Het begint in de uiterste hoek, rechts achterin en beweegt naar links, naar voren, waar ik sta. Het is alsof een golf ons overspoelt, het is snikken en mensen die schudden, mensen die in tongen spreken en een paar mensen die op de grond vallen. Ik zie en hoor het in de verte gebeuren en dichterbij komen. Ik ben klaar om de Heilige Geest te ontvangen al zie ik er niet perse naar uit om op de grond te vallen. Er is een briesje dat het huilen begeleidt en je zou kunnen denken dat dat de Heilige Geest is maar ik zag net hoe iemand het tentdoek opende aan twee kanten van de tent zodat wat ik voel ook gewoon tocht zou kunnen zijn.
II
Ik ben verliefd op Levi Vrijmoed. Zijn vader is dominee en hij is net naar een Bijbelschool in Aalsmeer gegaan. Ik had nog nooit van Aalsmeer gehoord maar nu kom ik het overal tegen. Ik zie ‘Aalsmeer’ geschreven op een vrachtwagen die yoghurt vervoert, ik zie Aalsmeer in een klein krantenbericht over een vogelziekte, ik zie Aalsmeer in een brochure met landbouwwerktuigen die mijn vader mee naar huis heeft genomen.
Levi komt op bezoek en gaat de volgende dag met mijn familie mee naar de kerk. Een vriend van mijn vader vraagt of we verkering hebben. Ik zeg niks en kijk naar Levi. Levi zegt: ‘Nee, we zijn vrienden.’
Tijdens een workshop van filmmaker Coco Schrijber (onderdeel van een masterclass Post-truth Fiction) kregen we de opdracht een herinnering op te schrijven, er een genre voor te verzinnen en daarna de herinnering van een ander te bewerken. Ik veranderde de herinnering van mijn buurvrouw in een wiegenliedje en gaf mijn eigen herinnering het label ‘evangelische coming of age’.