We beginnen met een schone Lei.
While Tennessee Williams was visiting, he and Jane spent every afternoon at the beach. When he was ready to leave, he asked her what she would like as a present. “A leg of lamb”, she said. Tenessee bought her the lamb she’d asked. Then each day until she used it, she would go to the butcher’s where her lamb was being stored and say, “I would like to see my leg of lamb, please.”
Uit: A Little Original Sin: The Life and Works of Jane Bowles van Millicent Dillon
De benen van Isabelle Wenzel (klik).
In de stoptrein van Roosendaal naar Antwerpen lijken de conductrices op bibliothecaressen.
Terwijl hij wacht tot het voetgangerslicht groen wordt, speelt een jongen op zijn klarinet.
Op de foto’s hebben de meisjes getuite lippen en de jongens hoog opgetrokken schouders. Dat zijn mijn collega’s denk ik, al bladerend. Wat een collega’s om te hebben.
Wanneer de kapster mijn haar naar links kamt, lijkt het of ik in een Duitse boyband zit.
De kapster zelf (ik blijf dit om de zes tot negen weken zeggen).
Bij D & K zijn de handdoeken het zachtst, L & G hebben een groot tweepersoonsbed en schuine zolderbalken. Op alle dagen dat L ziek is, mag ik haar handschoenen lenen want het is plotseling herfst geworden. Bij P & S begint de dag al vroeg met havermoutpap en boerderijdieren die over de onderzetters en het bestek heen galopperen. Met O zoek ik naar de letter O. We verzamelen alle letters O die we kunnen vinden en leggen ze op een hoopje. O, O, O, O zeggen we ondertussen. Bij K & N zoeken we verder. Met een pen in de hand speuren we naar woorden in een blokje met letters. Omdat er een zandloper loopt, slaken we zo nu en dan een gilletje. We eten elke dag heel goed. K ziet er energiek uit. Met pasgeknipt haar. Straks is hij vader, denk ik steeds. Straks is hij iemands vader.
De gids zegt dat de haven 33 kilometer lang is en de oppervlakte heeft van Parijs. We zien meer soorten heftrucks dan we wisten dat er bestonden. Soms lijkt het of ze een ballet opvoeren op de kade, al die machines in primaire kleuren die op hoge en lage poten om elkaar heen rollen en containers stapelen als doosjes.
Ik weet nog niet hóe, ik weet alleen dát.
De kassier heeft blonde wenkbrauwen en roze oogjes. Hij scant de prijs van mijn bosje rozen en reikt ze me daarna aan alsof we elkaar hier zojuist voor een afspraakje hebben ontmoet.
Nu de superheld onder water ligt, hoort hij niet hoe een bloot jongetje met natte voetjes door het appartement rent.
Op de laatste dag bellen er ineens nog mensen om iets aardigs te zeggen.
‘Mag ik je voorlezen?’
‘Eén lettertje.’
‘Welke letter?’
‘De M.’
‘Mmmm.’
‘Weltrusten.’
‘Weltrusten.’
In een Excelbestand telt hij de dagen tot zijn pensioen.
Twee weken later blijkt dat de auto zichzelf heeft ontdeukt.
En dat noemt zich herfst.
“Ik verwacht weer iets van mezelf. Ik verwacht weer iets van het leven”, zegt de tengere schrijver in de boksschool, zittend op een kruk.
De eerste dag loop ik de vorm van Afrika. We wonen nu ongeveer even hoog als de bomen, de duiven rusten op ooghoogte. De dag erop loop ik een mitrailleur (ik heb eindelijk ontdekt waar ik kan oversteken om bij de rivier te komen). De ramen trillen als er een bus door de straat rijdt. De derde dag loop ik de vorm van een touwtje dat in de knoop is geraakt, de vierde dag een vallende ster. De vijfde dag ontdek ik per ongeluk een bibliotheek, per ongeluk een Maria die haar kind hoog optilt, wang aan wang hangen ze aan een gevel, ik kom per ongeluk in de Chinese wijk terecht waar de menukaarten onvertaald achter glas hangen en gestreepte plastic tasjes met groenten die ik niet ken over toonbanken getild worden. Een monteur verlaat een vervallen herenhuis, van de eigenaar zie ik alleen een stukje arm met een gouden horloge. Uit garages smal als loopgraven, komen ongeschonden dure Franse auto’s. Ik loop die dag een rechthoek die in het midden ingedeukt is, alsof mijn tocht een leeg blikje frisdrank is waar een verveelde reus in heeft geknepen.
Afbeelding header: Resultaat in Google Afbeeldingen bij het zoeken op fotograaf Isabelle Wenzel.