Dit was mooi in september

De jongens die afremmen voor het zebrapad vallen bijna van hun fiets. Ook in de videozaal staan de mensen op om te applaudisseren. Lipgloss in de vorm van een uil (met sinaasappelsmaak). Af en toe de muziek zachter zetten om te kunnen roepen: ‘Is er een doctor in de zaal?’ Ofschoon ze nog geen woorden kent, kan het meisje al praten. In een hoek van de feestzaal vergelijken de zes hoogleraren de zojuist door hen uitgepakte bolletjessokken.

Dan doe je het toch lekker niet.

‘Ik heb heel veel zin in een wankel tandje’, zegt het neefje van vier. En even later, als we op de snelweg langs afgravingen rijden, vanuit het kinderstoeltje op de achterbank: ‘Wat veel zand! Daar wil ik wel in spelen!’

Dingen waar ik een gifje van zou willen:

  1. Zij (geel T-shirt en een Spa Rood) en hij (mooi kapsel en een Fanta) zitten in het gras en schenken hun drinken ombeurten over in elkaars glazen om allebei te eindigen met een Fanta-light (in de kleur van haar shirt).
  2. Ik drink koffie op de boerderij, de hond naast me, met zijn kop bijna op mijn stoelleuning en een verwachtingsvolle blik. Precies wanneer ik het volle kopje naar mijn lippen breng, blaft hij hard, waardoor ik op mijn T-shirt mors.
  3. A. die aan komt lopen, over een boomstronk struikelt, terwijl hij valt besluit om door te rollen (het nemen van dit besluit duurt nog geen tiende van een seconde en is toch waarneembaar), om in een vloeiende beweging precies in het groepje vrienden weer overeind te komen. Dit alles zonder ook maar een moment zijn handen uit zijn zakken te hebben gehaald.

Een vrouw schreeuwt tegen haar twee labradoodles.

It used to be a waterfall. Now it’s just a fall, I guess.

De opzij vallende borsten van de vrouwen die zonnen aan de Bisonbaai. Op een Spotify-playlist, zachtjes onderbroken door reclames, op blote voeten dansen op een Perzisch tapijt in de achtertuin.

G: ‘Dan heeft ze wel flink van twee walletjes gegeten.’
J: ‘Ze heeft wel van veertig walletjes gegeten!’
L: ‘Ze had gewoon honger.’

Tijdens het opruimen gevonden:

liefdesboekje1

liefdesboekje-2

liefdesboekje-3

Nog voor het avondeten staat hij op de stoep met het toiletpapier, het beschuit en de bananen.

Ik wéét al wat je beloet!

‘Toen ik vijftig was heb ik mijn rijbewijs nog gehaald’, zegt de deelneemster aan de schrijfcursus trots, ‘om de ouderen in de buurt te kunnen vervoeren. Ik heb altijd graag mensen geholpen, iets mooiers kun je niet hebben.’

Ik eet Albert Heijn-sushi op een bankje in het park, het is een bewolkte dag, 21 graden, en het smaakt me prima, tot er een vrouw langsloopt met tussen duim en wijsvinger een plastic zakje met een hondendrol.

‘Klein rotzakje.’
‘Nee.’
‘Klein lief rotzakje.’
‘Nee.’
‘Lief?’
‘Nee.’
‘Klein?’
‘Ja.’

‘Tja, je weet niet wat je ervoor terugkrijgt he?’ zeggen alle mensen in het gebouw dat we verlaten. We beschouwen dat maar als een compliment.

Nadat het vrachtschip voorbij is, zien de golven tussen de twee aangemeerde boten eruit als de ribbels van een gehemelte. Het is al donker, ik zit op de trappen aan de kade en denk: dat ik nog eens naar beneden zou moeten kijken om een gehemelte te zien.