De randprogrammering van veel gebeurtenissen:
- Van de dag aan zee de rit in het met slingers versierde busje; de boterhammen die van hand tot hand gaan, de playlist met liedjes die ons aan haar doen denken.
- Van de avond waarop het schrijfklasje optreedt bij een literaire avond de 83-jarige deelneemster die over haar zware, elektrische en moeilijk te besturen rolstoel zegt: ‘De stoel is even eigenwijs als het meisje dat erin zit.’ Tijdens de lezingen dommelt ze in, haar hoofd diep in de deken, wiebelend als de kop van een dashboardhondje.
- Van het verregende festival de nacht waarop we besluiten thuis te slapen en vijftien kilometer door de polders fietsen; een tandem, een racefiets en een stadsfiets ruisen door de koele lucht. Achter de dijk gloort al wat licht en de vogels fluiten.
Hoe Dörte danst.
We zien alle vier tegelijk de ster die er meerdere seconden over doet om in de dampkring op te lossen; we vieren het laatste half uur van haar verjaardag in een slecht verlicht park. De Dymo-labelmaker. Een bierfles openen met de achterkant van een vork. Hoe de Belgen eerste versies van documenten ‘sneuvelteksten’ noemen en Duitsers spierpijn een ‘Muskelkater’. De uitdrukking: ‘Ich glaube, mein Schwein pfeift’ (vrij te vertalen als: ‘Nou breekt m’n klomp’).
De boeken van Saskia De Coster en het afstudeerwerk van Jasmijn Kam, dat ik pas een jaar na aanschaf las, met een omslag* dat geweldig goed past.
Net als we genoeg moed verzameld hebben om Eternal Flame te zingen, vallen de microfoons van de karaokeset uit. Het drietonig geluid voordat de deuren van de metro sluiten. Ze stuurt me via WhatsApp een handtas, ik stuur haar een moskee terug. De bibimbap bij Rosenthaler Platz. Op het briefje dat ik om het slot vouw van de fiets die ’s nachts aan mijn fiets is vastgemaakt, heb ik in boze hanenpoten geschreven dat ik naar de dokter moest (ofschoon dat niet waar is).
‘Ik vind het zonde om nu te gaan slapen.’
‘Wat zou je dan willen doen?’
‘Trappen. Gewoon blijven trappen en pas als het helemaal licht is stoppen voor een tosti hawaï op het terras van een goedkoop hotel.’
De man van de vrouw die we bewonderen lacht verlegen achter zijn hand. Ik vind in een oude map een brief van 38 pagina’s die ik haar zes jaar eerder schreef. De bruiden dragen identieke gele pumps. Om de schermtijd te beperken staat er weer een echte wekker naast het bed. De regen heeft bijna onze lichaamstemperatuur. Iemand geeft een zak met boerenkoolchips door. Op een koptelefoon muziek luisteren in een volle trein (alles is nu videoclip). Water met bubbels. Ze schrijven dat we in hun huis mogen komen wonen. ‘Veel mensen vinden haar een vlotte meid.’ Na twee dagen weer een beetje op de bezeerde voet kunnen steunen. De onschuldige uitstorting na het bloedprikken. Twee uit de kluiten gewassen neven. Mijn vaders stoppelwangen. De ruimte tussen haar tenen. Een fiets waarvan de lichten nog werken. Uit een korte broek stekende blote benen.
* Ontwerp door Floor Koster.