Ik sjoel alle frustratie gewoon van me af.
Hoe het gerommel in de verte, als je goed luistert, klinkt als het openen en sluiten van een la. Dat ze met ‘smoskes’ groenten bedoelen. Ze vullen de tuin, mijn neven, ik heb alleen maar neven, het zijn er acht. Steeds als we met de plattegrond stilstaan op een hoek, steekt er wel iemand over om ons de weg te wijzen. Bij de fontein in het park worden dikke, blote jongetjes ruw door hun moeders afgedroogd. Ze heeft een stem als bubbelwijn.
‘Voor schoenen lijkt het me handig, maar ik zou er niet snel afval in doen’, zegt het meisje. De rest van de dag vraag ik me af waar ze het over kan hebben gehad. De baas die snel optrekt (van 0 naar 100 km/uur in 4,4 seconden) op een provinciale weg, omdat ik dan een hoog gilletje slaak (ondanks mijn voornemen dat niet te doen).
Ge gaat door de Jezusstraat en dan linksaf.
In de grachten barst het van de bootjes, de vaders drinken wijn, de kinderen dragen neonkleurige zwemvesten. Op een strookje gras, zomaar in een zijstraat, repeteert een klein orkest, New Orleans style. Omdat de trein uit Antwerpen vertraagd is, trakteer ik mezelf op een grote tas koffie. Hoe de een bij het horen van het nieuws stil wordt en de ander heel druk, met haastige zinnen en luidruchtige grappen. De stagiair heeft in het 3D-programma een piemel getekend. Een raaf landt op het zadel van een fiets, om het zadel zit een hoesje van kunstbont. Regen op je blote benen.
Vakantiegeld.
(Vakantie én geld, hè? In één woord, voor wie hier zomaar aan voorbij wil gaan.)
Mijn zinnen worden, net als mijn gedachten, steeds korter. (Ik weet niet of dit mooi is aan mei, ik probeer er niets van te vinden en dat lukt heel aardig, dat is wél mooi aan mei, én dat ik bijna de hele maand niet aan mezelf heb getwijfeld.)
Elkaar lang niet zien en dan ineens kunnen zeggen: ‘Tot morgen.’ Een man gaf mij aan zijn lief cadeau. ‘En vandaag besta jij precies 1 jaar.’ De achterbuurman kamt zijn baard. ‘There are no rules,’ zegt de kok die bijna zijn tong verloor en het eten als een schilderij serveert op een brandschoon tafellaken in het nieuwe seizoen van de meest esthetische kookserie die ik ken: Chef’s Table.