Kiezelsoep (live column voor Energy X Change)

Op 7 april hielden de netwerken Power2Nijmegen en Energie made in Arnhem een bijeenkomst, genaamd ‘Energy X Change’. Showroom Arnhem ontving ruim 200 gasten, van ondernemers tot maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Ik sloot de avond af met een live geschreven tekst. Zo’n tekst barst natuurlijk van de insider-grapjes. Die heb ik gemarkeerd met een *.

Er was eens een man die in een straat kwam wonen en er zijn draai niet kon vinden. De buren groetten hem weliswaar beleefd als hij langs de moestuinen fietste (hij werd dan soms ingehaald door mevrouw van Breukelen, 90 jaar oud, die kalm trapte en toch dertig km per uur leek te gaan (e-bike*)) en op het marktplein maakte hij weleens een praatje met het meisje van tegenover, dat gratis blikjes alcoholvrij witbier uitdeelde aan winkelende mensen, maar het contact eindigde altijd bij de voordeur. Alsof elk huis een kasteeltje was en de hekjes en heggen daaromheen strenge slotgrachten.

Een buurtinitiatief* hebben we nodig, dacht hij op een dag en hij besloot een straatfeest te organiseren. Hij begon bij de buurvrouw. Ze werkte bij de bloedbank en heette Marjon Rood*, dat vond hij heel geestig.
‘Ik wil een straatfeest te organiseren’, zei hij toen ze opendeed.
De buurvrouw knikte: ‘Ja, mooi, een mooi initiatief.’
‘Absoluut’ antwoordde hij. ‘Doet u mee?’
‘Aan welke termijn zat u te denken?’ vroeg buurvrouw.
‘Ehm… ergens voor de zomer?’
‘Oei… ‘, zei de buurvrouw, ‘dat is érg ambitieus.’*
‘Nou ja,’ zei de man. ‘Het hoeft niet heel ingewikkeld te zijn. We zouden wat partytenten kunnen opzetten, misschien iets regelen met muziek? En samen eten natuurlijk. Eten is belangrijk. Als iedereen iets bijdraagt is het zo gepiept.’
‘Bijdragen?’ schrok de vrouw. ‘Om hoeveel zou dat dan gaan?’
‘Gewoon, wat u kunt missen’, zei hij.
Ze zei gereserveerd dat ze erover na moest denken. Net als de buren daarnaast en de buren daarnaast en de buren daarnaast. Alleen het meisje van tegenover wilde wel 600 blikjes alcoholvrij witbier bijdragen: ‘Het mag allemaal op,’ zei ze joviaal, ‘het is toch van het bedrijf.’

De man ging mismoedig naar huis. Het gaat uiteindelijk allemaal om de portemonnee*, dacht hij. Maar hij gaf niet op. Een week later stopte hij bij alle buren een briefje in de bus en nodigde hen uit voor een feest in zijn achtertuintje, de avond erop. Hij deed dat bewust pas een dag van tevoren, anders werden ze nerveus*. Op de bewuste avond zette hij een muziekje aan, opende de tuindeuren en wachtte. Langzaam druppelden wat mensen binnen. Hij ontving hen hartelijk. De buurvrouw was een van de laatsten.
‘U gaat dus koken?’ zei ze.
‘Jazeker.’
‘Voor al die mensen?’
‘Ja.’
‘Toe maar.’

Toen de tuin vol was zette hij een enorme pan met water op het vuur.
‘Dit is de voordeligste soep die er bestaat’, zei hij. ‘Ik heb niets meer nodig dan dit.’
Hij haalde twee steentjes uit zijn broekzak en gooide ze demonstratief in het water. ‘Kiezelsoep.’
‘Ik kan me er niks bij voorstellen’, hoorde hij mensen mompelen en: ‘die is gek’, maar iedereen bleef nieuwsgierig staan, keek af en toe in de pan en dronk de gratis blikjes bier.
Het begon een beetje te schemeren. Hij stak wat lampionnen aan.
‘Ik heb het een keer gemaakt’, zei hij na een tijdje, ‘met wat ui erin. Toen was hij echt verrukkelijk, deze soep. Het is verdomde jammer dat ik dat nu niet in huis heb, ik had jullie dat graag laten proeven.’
‘Een paar uien heb ik nog wel liggen’, stamelde een verlegen man met een rode neus. ‘Ik zou even naar huis kunnen gaan om…’
‘Ja, doe dat maar’, zei de man.
Hij roerde in de pan, het water kookte. De mensen waren dicht bij elkaar gaan staan en hun gezichten werden alleen nog verlicht door de lampionnen en het licht uit de keuken.
‘Toen mijn oom in het ziekenhuis* lag’, zei de man na een tijdje, ‘heb ik deze soep eens gemaakt met bloemkool, toen was hij echt ma-gis-traal.’
‘Ik heb in mijn moestuin net vier bloemkolen gerealiseerd*’, zei een vrouw, ‘ik zou er voor deze keer wel eentje kunnen missen, of tenminste een klein stukje.’
De mensen in het tuintje applaudisseerden*. De vrouw vertrok direct om het te halen.
‘Waarom lag uw oom in het ziekenhuis?’ vroeg het meisje van tegenover.
‘Ja, dat was nogal onhandig, hij sprong geheel onverwachts in het gat tussen een auto en een fiets.*’
‘De verlegen man kwam terug met de uien, die gesnipperd in de pan gingen. Het begon direct heerlijk te ruiken. De mensen hadden nu honger en bleven een beetje in de buurt.
‘Ik heb hem ook wel gemaakt met wat peper en zout’, mompelde de man even later.
De buurvrouw trok haar jasje recht, stapte over de heg en kwam daarna terug met een peper-en-zoutvaatje dat ze – direct na gebruik – weer van hem aanpakte en terug naar huis bracht.

Achtereenvolgens werden er nog knoflook, een paar aardappelen, een halve kip en een pakje room toegevoegd en toen was de soep klaar en deelde de man het rond in diepe borden.
‘Tjonge’, smakte de buurvrouw, geleund tegen de buitenmuur, ‘dit is geweldig zeg, wat een transitie*, wat bijzonder, en dat met maar twee kiezelsteentjes.’

Het was nu helemaal donker geworden, maar niet koud. Er werd veel gekwebbeld en veel gelachen en de muziek ging wat harder zodat de buurvrouw het bijna moest roepen* toen ze de man in het voorbijgaan bij zijn mouw vastpakte: ‘Dit zouden we vaker moeten doen!’

 

Toelichting
Wat voor energie geldt, geldt ook voor verhalen. Elke tijd heeft zijn eigen verhalen maar de allerbeste gaan Heel Lang mee. Om deze bijeenkomst samen te vatten koos ik ervoor een bestaand verhaal te recyclen. Ik leerde het als kind kennen als 
Button Soup in een reeks Disneyboeken. Het blijkt gebaseerd op een oud (mogelijk Portugees) volksverhaal