Kip

Het zal die kloteviolist geweest zijn. ‘What you like?’ vroeg hij toen hij ons tafeltje bereikt had. We noemden voorzichtig een paar liedjes. We hadden geen ervaring met deze dingen. Hij schudde bij elke titel zijn hoofd en zette ten slotte de stok aan de snaren. ‘Moeten we nu geld geven?’ siste ik toen hij vol overgave een onbekende melodie begon te spelen. Je haalde je schouders op.

We waren eigenlijk te laat op zoek gegaan naar een restaurant. Dit was de enige betaalbare tent in de buurt die nog open was. Het was juist de violist die ons had aangetrokken. We zagen door de ramen hoe hij speelde voor de gasten in de zitjes. Het waren zitjes als in een Amerikaanse fastfoodtent, de banken bekleed met rood kunstleer, de tafelbladen koud en krasbestendig. Er stonden kaarsjes op.

‘Het meest veelzijdige stukje vlees’, grapte ik nog, toen je bestelde. Het was een impulsieve keuze. We hingen boven de menukaart om de violist niet aan te hoeven kijken. We wilden dat hij wegging. Lang nadat het lied was afgelopen stond hij nog zwijgend aan onze tafel. We staarden naar de menukaart zonder iets te lezen. Toen hij zacht vloekend opschoof naar onze buren volgde de ober hem rap op. ‘What you like?’ vroeg hij. ‘We bestellen samen iets’, zei je. Ik knikte. ‘This one,’ wees je willekeurig, ‘and this one.’

Ik kreeg de goulashsoep. Hij was waterig, niet zoals we het ons hadden voorgesteld; een soep waarin je lepel rechtop bleef staan. ‘Het is heet’, zei ik en blies de stoom weg. ‘Dit is nog koud,’ zei je met volle mond. Je had al een half rolletje op. De nog gestolde kaas in het midden liet je staan. Je sneed een stukje van de tweede rol. Het kippenvlees was roze. Ik nam ook een stukje, een heel klein stukje. ‘Is dit nog goed?’ zei ik. ‘Denk je van niet?’ Geschrokken inspecteerde je de hap op je vork. We besloten dat het niet meer goed was. Verderop zette de violist een nieuw lied in.

Nu worden we ziek, dachten we de rest van de avond. In de kroegen die we bezochten smaakte het bier niet, de met bronwater aangelengde wijn evenmin. Nu gaan we dood. Dood in Boedapest. Zonder in de thermische baden te zijn geweest. Zonder elkaar gekust te hebben tussen de wachters voor het presidentieel paleis.