Podolski

Tijdens het EK voetbal van 2008 woonde ik in Berlijn. Over de wedstrijd die Duitsland toen in de groepsfase tegen Polen speelde schreef ik naderhand een stukje. Dat stukje verscheen twee jaar later op de website van het Algemeen Nijmeegs Studentenblad en nu klop ik het stof er gerust nog een keer af. Ik schrijf nou eenmaal zelden over sport.

Toen Lukas Podolski, een geboren Pool, een getogen Duitser, tijdens het Europees Kampioenschap voetbal uitkwam voor Duitsland en het eerste doelpunt tegen Polen maakte, juichte heel Berlijn. Ik keek naar een groot wit scherm dat in de avondwind zacht opbolde. Lukas Podolski juichte niet. De camera zoomde op hem in. Zijn korte blonde haar was doorweekt. Hij had hoge jukbeenderen, zag ik, en een kleine mond. Het publiek verdween steeds verder naar de achtergrond, een wazige wirwar van roodzwartgeel. Verbeten veegde hij met een punt van zijn shirt het zweet van zijn gezicht. De commentator, buiten adem, riep jolig ‘Er hat zwei Herzen in seiner jungen Brust!’ Lukas Podolski staarde naar het gras als een kind dat denkt niet gezien te worden zolang het zelf niet kijkt. Ik stelde me de twee harten in zijn jonge borst voor, om beurten kloppend. In gedachten projecteerde ik de witte verfstreep die het speelveld halveerde op het lichaam van de jonge man. Twee helften had hij nu, voor elk hart een eigen helft.