Terwijl de dame van de bedmodezaak telefoneert krabt ze aan een prijssticker op de kast met dekbedovertrekken. ‘Ik hoef het niet te horen,’ zegt ze snibbig, ‘zoiets moet je gewoon op tijd aangeven.’ Ik kijk Jacques aan. Hij fronst. ‘Nee, nu hang ík een keer als eerste op,’ zegt de dame luid. De telefoon is nog van zo’n model dat je kunt dichtklappen, want na die woorden klapt ze hem demonstratief met één hand dicht en legt hem op een rekje met kaarsen en geurbuideltjes.
‘Hoe zou dit matchen bij jullie gordijnen?’ wendt ze zich zonder overgang tot ons. Ze glimlacht geforceerd. Uit een stapel dekbedovertrekken sjort ze er één waarop ganzenveren getekend zijn. Met fijne potloodstreepjes. Ik moet aan Marjolein Bastin denken. ‘Het is een geruststellend dekbedovertrek,’ aarzel ik, ‘maar ik denk niet dat het de passie in ons liefdesleven zal aanwakkeren.’ Jacques knikt. ‘Aha,’ zegt de dame van de bedmodezaak en denkt even na. Dan houdt ze het overtrek een stukje van zich af waardoor het openvalt. Om het helemaal uit te vouwen schudt ze er een paar keer krachtig mee en trekt de stof strak. Peinzend kijkt ze er een poosje naar. Naast me schuifelt Jacques ongemakkelijk met zijn voeten. Plotseling drukt de dame het overtrek vol overgave tegen zich aan. Ze begint het hartstochtelijk te kussen. Er verschijnen rode vlekken van haar lippenstift. Ze lijkt ons helemaal te vergeten, zelfs haar tong gebruikt ze bij het kussen. Ze heeft lang op dit moment gewacht, dat merk je aan alles. Haar haar raakt ervan uit model terwijl het eerder zo netjes zat. Ik weet het nog precies want ik stootte Jacques aan en vroeg hem of ik het ook zo moest gaan dragen.
Langzaam raakt ook de rest van de dame uit model. Ze peutert de bovenste knoopjes van haar blouse los zonder de innige omhelzing met het overtrek te verbreken. Jacques maakt aanstalten om in te grijpen maar het blijft goddank bij die bovenste knoopjes. Dan zakt ze, traag, met het overtrek tegen zich aangedrukt, naar de vloer. De rode strepen zitten nu overal en de passie spat er vanaf op een manier die je niet vaak ziet in bedmodezaken. Ze kronkelt aan onze voeten. We kijken op haar neer alsof we vanuit het heelal op de aarde kijken.
‘Stop maar’, zegt Jacques na een tijdje met schorre stem. ‘We nemen hem.’ De dame van de bedmodezaak staat op. Haar hele houding straalt teleurstelling uit. Ze herschikt zo goed en kwaad als het gaat haar haren en strijkt ze haar rokje glad. Dan raapt ze het overtrek van de grond. Er hangen wat stofvlokken aan. Slordig vouwt ze het een paar keer dubbel en duwt het Jacques in handen. De telefoon gaat. ‘Deze moet ik even nemen,’ zegt ze en strompelt weg alsof ze dronken is. ‘Wat nu weer?’ horen we haar vermoeid zeggen als we naar de toonbank schuifelen. Ze leunt tegen het rekje met kaarsen. In haar panty zit een ladder.